Roze

Sanne Burger

11 januari 2011

Rishikesh School of Yoga, India

Het is nog pikdonker buiten als ik stilletjes de vrouwenslaapzaal uit glip op weg naar de keuken. Ik loop door de nog slapende ashram. Ik ken de weg inmiddels zo goed dat ik zelfs in het donker nog de juiste paden vindt. In de keuken brandt het vuur al. De Indiase jongens zijn water aan het koken. Rama is er nog niet. Als ik aankom gaat een gejuich op.
‘Ssst’, fluister ik. ‘Jullie maken de hele ashram nog wakker!’
Ik haal een pot Nescafé onder mijn kleren tevoorschijn. Dat is de reden voor hun gejuich. Koffie mag eigenlijk niet in de ashram. Zoals iedere ochtend maken we voor iedereen een sterke kop koffie met veel suiker. De jongens kijken zo vergenoegd als ze aan de hete koffie nippen dat ik er steeds opnieuw vrolijk van word.

‘Hé, waar was je nou, Dutchy?’
Rama komt aangelopen, zijn haar in de war, zijn gezicht slaperig en ongewassen. Zelfs in zijn oranje jurk ziet hij er nog sexy uit.
‘Waar was jij, Ozzie?’, vraag ik en geef hem zijn koffie.
‘Ik was de ovens aan het opwarmen’, zegt hij. ‘Wil je ook even opgewarmd worden?’
Hij doet alsof hij me gaat omhelzen, tot grote hilariteit van de jongens. Ik weer hem af met een overdreven gilletje en de hele staf ligt dubbel van het lachen.

‘Okee, aan het werk’, zegt Rama.
De jongens maken chapati, wij maken brood. Voor ongeveer 1000 broodjes heb je twee zakken meel nodig, anderhalve emmer water en ongeveer 50 gram gist. We mixen de ingrediënten in een enorme teil, roeren het met een stok en kneden het deeg, met onze armen tot onze ellebogen in de zachte massa. Eerst maakten we het deeg in twee delen, maar dat vonden we teveel werk, dus nu hebben we alles samengevoegd en kneden we alles samen. De bal deeg die het vormt heeft de grootte van een geplette skippybal en is loodzwaar.
‘Je krijgt nog eens net zulke spierballen als ik’, zegt Rama en laat zijn biceps zien.
‘Heb ik al’, zeg ik, en laat mijn biceps zien.
De Indiërs komen weer niet bij. Het blijft grappig ze aan het lachen te maken.

We werken op de patio. Langzaam wordt het licht. De zonsopgang zet de ashram in een rode gloed. Het is een magnifiek gezicht. Terwijl we wachten op het rijzen van het deeg wassen we de spullen af op een plek waar de jongens ons niet kunnen zien.
Rama buigt zich naar me toe en zegt: ‘Open je mond. Trust me.’
Ik open mijn mond en hij stopt er iets in. Het is een balletje van ongeveer een centimeter doorsnee. Hij kijkt me grijnzend aan en stopt eenzelfde balletje in zijn eigen mond.
‘Het smaakt naar hash’, zeg ik verschrikt.
‘Smart girl’, zegt hij. ‘Gekocht bij de kruidenapotheek in de stad. Het is medicijn.’
Drugs zijn streng verboden in de ashram.
‘Niets laten merken hè?’ zegt Rama en kijkt me met een brede lach aan.

Een half uur later zijn we weer het deeg aan het kneden. Het is een geheel nieuwe ervaring.
‘Valt je op hoe erotisch dit eigenlijk is?’, zegt Rama met onvaste stem.
‘Die enorme deegbal…. Het zijn net vrouwendijen.’
Ik krijg ineens een briljant idee. Ik ren naar de opslag voor de groenten en vind wat ik zoek: gekookte bieten. Ik pak er een stuk of 15, doe ze in een schaal en pureer ze tot een donkerpaarse pulp.
‘Ga jij doen wat ik denk dat je gaat doen?’ vraagt Rama.
‘Ja’, zeg ik giechelend. ‘Kom, help me.’
Het deeg is inmiddels gerezen. Ik maak een kuil in het midden van de enorme deegbal en doe de bietenmassa erin.
‘En nu kneden’, zeg ik.
Langzaam verandert het deeg van kleur. Eerst was het wit, toen werd het wit met paarse slierten, en nu is het roze. Dieproze met een zweem van paars. We krijgen allebei de slappe lach.
‘Hier heb je je vrouwendijen’, zeg ik.
We vallen op de grond van het lachen. De Indiërs komen kijken wat er aan de hand is, zien het roze deeg en lachen met ons mee. Tot ze plotseling verstommen.
‘Guruji!’ zeggen ze geschrokken en maken zich zo snel mogelijk uit de voeten, terug naar hun werkplek.

Het zal toch niet. Net nu wij knetterstoned zijn en roze deeg hebben gemaakt komt Guruji de keuken inspecteren. We komen zo snel mogelijk overeind en gaan serieus aan het werk. We verdelen het deeg in stukken, eerst in tweeën, dan in vieren, dan in achten, tot we 1000 stukjes hebben, en proberen ondertussen uit alle macht ons lachen in te houden. Als Guruji langsloopt met zijn gevolg kijkt hij ons onderzoekend aan.
Ik kan het niet laten, steek mijn roze hand op en roep: ‘Good morning, Guruji!’
Hij glimlacht, geeft een minzaam knikje en loopt verder. Als hij weg is kijken Dharma en ik elkaar met grote ogen aan.
‘Zou hij iets gemerkt hebben?’ vraag ik. Rama begint ingehouden te grinniken. In no time liggen we weer op de grond te gieren van het lachen.
‘Goed spul’, zegt Rama.

De broodjes komen uit de oven met een vage roze kleur.
‘Het deeg was beter’ zegt Rama.
‘Zou nu iedereen aan vrouwendijen denken als ze onze broodjes eten?’ vraag ik me af.
‘Dat zou dan voor het eerst zijn voor Guruji’ zegt Rama grinnikend.
Die middag, als we niet langer high zijn, zijn we toch wel een beetje bezorgd. Vorige maand zijn er nog een paar toeristen weggestuurd omdat ze stoned door de ashram liepen. Dan komt Ganesh, de keukenchef naar ons toe.
‘Rama, Guruji vraagt naar je’, zegt hij.
Rama krabbelt op met een benauwd gezicht.
‘Meteen terugkomen straks hoor’, zeg ik. ‘Als jij weg moet ga ik met je mee.’

Ik breng een angstig kwartiertje door en zie dan Rama over het pad naar me toe lopen. Zijn gezicht belooft niet veel goeds. Als hij voor me staat zegt hij met een grafstem:
‘We moeten onze spullen pakken en meteen vertrekken.’
Ik schrik zo dat de tranen in mijn ogen springen.
‘Het spijt me’, zeg ik. ‘Het is mijn schuld. Het komt door de bieten.’
‘Just kidding!’ roept Rama snel. ‘Niet huilen! Guruji vroeg me om zijn complimenten over te brengen en te zeggen dat hij nog nooit zulk lekkere broodjes heeft gegeten.;
‘Echt?’ vraag ik.
‘Of course silly’, zegt hij. ‘Wie houdt er nu niet van vrouwendijen?’

0 reacties

Geef een reactie

You might like this too …

Voor geen goud

Voor geen goud

Er was eens een man die besloot om op avontuur te gaan. Hij werd goudzoeker. Hij trok naar het Noorden om zijn geluk...

Nieuwe artikelen direct in je inbox?

Schrijf je in op mijn mailinglist.

Je krijgt een mailtje waarin je je inschrijving moet bevestigen - gemakkelijk!

 

Gelukt! Je hoeft nu alleen nog maar per mail je inschrijving te bevestigen en dan ontvang je elk nieuw artikel direct in je inbox.