Happiness is only real when shared.
Dit waren de laatste geschreven woorden van Chris McCandless, vlak voordat hij stierf. Alleen, in de bossen van Canada. De film ‘Into the wild’ gaat over het leven van Chris, die na het afronden van zijn studie besluit om de maatschappij de rug toe te keren en in zijn eentje in de wildernis te gaan leven. Hij houdt een dagboek bij. Twee weken na het opschrijven van zijn laatste woorden wordt hij gevonden, dood in zijn slaapzak. Uit het dagboek en de autopsie blijkt dat hij is verhongerd of wellicht ziek is geworden door het eten van giftige bessen.
Paul, een goede vriend van me, zou nog een stap verder gaan en zeggen:
“Alles wordt pas echt als je het deelt!”
Paul is al ver in de 60. Hij is een grote, joviale man met een stem die gemakkelijk een concertgebouw kan vullen. Hij vertelt graag verhalen. Een van die verhalen gaat over de tijd dat hij als jonge matroos de wereld over zeilde.
“Ik was jong en nog maagd, wat ik natuurlijk niemand vertelde, en veel te dik. Dat laatste kon ik niet verbergen, al deed ik mijn uiterste best mijn onzekerheid erover te verbergen. Ik was eraan gewend om gepest te worden en lachte het hardst van allemaal, maar diep van binnen huilde ik.
We waren vaak weken achtereen op zee. Als matroos was het hard werken geblazen. Terwijl ik het dek schrobde, was het enige waar ik aan dacht:
‘Zal ik ooit nog een meisje krijgen?’
Die zomer meerden we voor het eerst aan bij een van de eilanden van de Seychellen. In die tijd was er nog helemaal geen toerisme. Het eiland zag eruit zoals ik me het paradijs had voorgesteld: witte stranden, palmbomen en een diepblauwe zee. We mochten tot de volgende ochtend aan wal. Toen we de loopplank afliepen, vies en stinkend van weken op zee, zagen we dat we werden opgewacht door een groepje vrouwen die op het strand stonden, met hun armen vol bloemenslingers. Ik had nog nooit zulke mooie vrouwen gezien. Ze hadden lang, donker haar dat los over hun bruine rug golfde, en ze droegen alleen een rokje. Ze hadden zulke prachtige borsten dat ik niet wist waar ik kijken moest. Ik had nog nauwelijks vrouwenborsten gezien in mijn leven!
Ik wist me geen raad, maar de vrouwen wel. Drie van hen kwamen op me af, ik kreeg een bloemenslinger om mijn nek en ze streelden mijn armen en schouders, terwijl ze bewonderende kreetjes slaakten. Ik begreep er niks van. Wat viel er nou te bewonderen aan dat dikke lijf van mij? Ze namen me mee naar de zee, kleedden me giechelend uit en gedrieën wasten ze het stof en het zweet van mijn lichaam en uit mijn haar. Ik was volledig bedwelmd en kon niet anders dan ze hun gang laten gaan.
Toen namen ze me bij de hand en voerden ze me mee naar wat ik denk dat hun huis was. Het was de mooiste nacht van mijn leven. Ik werd ingewijd in de geheimen van de liefde op een manier die ik niet eens had durven dromen. Ik kreeg niet één meisje, maar drie vrouwen, die me regelrecht de hemel in vreeën.
De volgende ochtend brachten ze me terug naar de boot. Ik was een van de laatsten. Terwijl de boot wegvoer en wij aan dek over de reling leunden om naar ze te kijken, zwaaiden ze lachend naar me en wierpen ze me kushandjes toe, terwijl ze langzaam uit het zicht verdwenen. Dat beeld vergeet ik nooit meer.
“Waar ben jij geweest, dikke?” vroegen mijn maten. “Ken jij die vrouwen?”
“Gaat je niks aan”, zei ik.
Ze zouden me toch niet geloven, en ze zouden het sowieso niet begrijpen. Ik begreep zelf nauwelijks wat me was overkomen. Dat dit mij was overkomen!
Eenmaal terug in Nederland zocht ik meteen mijn vrienden op. Ik kon niet wachten om het ze te vertellen! Maar hoe meer ik mijn best deed om die nacht in het paradijs in geuren en kleuren te beschrijven, hoe minder geloofwaardig het overkwam.
“Yeah right … palmbomen, bloemenslingers, blote borsten … ?”
Ik kon het ze niet kwalijk nemen. Het stond te ver af van hun belevingswereld, en eigenlijk ook van de mijne. Hoe meer tijd er verstreek, hoe meer ik ging twijfelen of het wel echt gebeurd was. Nu, meer dan 40 jaar later, weet ik zeker dat het echt gebeurd is, maar het voelt vluchtig, even onwerkelijk als een droom. Wat jammer is, want het was nog steeds de mooiste nacht van mijn leven. Daarom zeg ik: iets wordt pas echt, als je het met anderen kunt delen.”
Als je iets meemaakt en je deelt het niet met anderen – of je deelt het wel, maar het wordt niet geloofd – dan is het net alsof het niet gebeurd is. Dat geldt voor alles, ook voor bijvoorbeeld psychedelics. Hoe spectaculair of spiritueel het ook was wat je meemaakte, hoe mind blowing je inzichten en visioenen ook waren, als anderen niet weten waar je het over hebt, loop je het risico dat het ook in jouw bewustzijn al snel vervaagt en aan intensiteit en betekenis verliest. De mooiste ervaringen en de diepste inzichten kunnen volledig in het niet verdwijnen als ze niet herkend of erkend worden.
Dat doet me denken aan Joshua Bell, een wereldberoemde vioolspeler, die middels een experiment wilde uitvinden of mensen ook in staat waren om schoonheid te herkennen als deze een andere context had dan wat ze gewend waren. Drie dagen eerder had hij voor een uitverkochte zaal een concert gegeven. De goedkoopste kaartjes waren 200 dollar en aan het eind van het concert had hij een staande ovatie gekregen, zoals altijd. Nu ging hij op een doodgewone vrijdag, om 8 uur ’s ochtends, middenin de ochtendspits, in een van de drukste metrostations van Washington D.C. viool spelen. Hij speelde bijna een uur … Bach, Schubert, Ave Maria, het ene stuk nog mooier dan het andere. In dat uur liepen meer dan 1000 mensen voorbij, waarvan er 6 bleven staan om naar hem te luisteren, maar na een minuut alweer snel doorliepen. Geen tijd! Druk druk! Niemand realiseerde zich dat daar een meester stond te spelen. Soms kijken mensen zonder te zien. Soms luisteren mensen zonder te horen. Hij verdiende 36 dollar in dat uur.
Joshua Bell zei zelf over de ervaring: “Wat ik het meest frustrerend vond, was dat niemand klapte toen ik klaar was.”
Ja, want hoe weet de meester anders dat zijn spel subliem was? Ook voor hem wordt het pas echt als het werkelijk gehoord wordt door anderen.
Het hangt dus heel erg van de omgeving af of de sublimiteit, de schoonheid, de kracht van iets herkend wordt. Hetzelfde geldt voor dat wat de enkeling ontdekt. Stel dat je in je eentje de corruptie van de medische wetenschap hebt ontmaskerd. Als je denkt dat je de enige bent die dat weet en je deelt het met iemand en die persoon wijst het af, en de volgende zegt dat je niet goed wijs bent, en de derde lacht je uit, dan ga je uiteindelijk aan jezelf twijfelen en zul je geneigd zijn om het ook voor jezelf te verwerpen en het te vergeten, omdat je niet in staat bent om het in je eentje genoeg werkelijkheidswaarde toe te kennen om het de status ‘echt’ te geven.
Dit is waarom isolement een van de grootste bedreigingen is voor deze wereld, want deze wereld bestaat bij de gratie van onze gedeelde, collectieve droom. We hebben allemaal dezelfde droom, namelijk dat wij als mensheid op deze aarde rondlopen, dat deze aarde een planeet is die door het heelal zweeft, dat we een voorspelbaar aantal jaren leven waarin we verschillende dingen meemaken, de aarde ons voorziet van lucht, water en voedsel, we slapen en eten en vrijen en werken en groeien en op avontuur gaan en dingen leren.
Dat is het menselijke, aardse bestaan, dat bestaat bij de gratie van ons collectieve bewustzijn, onze morfogenetische velden, via welke we informatie uitwisselen. En het is dat wat op dit moment bedreigd wordt, omdat de gedeelde werkelijkheid, die in principe één is, steeds meer gefragmenteerd wordt door de media en door een steeds grotere isolatie van het individu. Onze werkelijkheid wordt steeds ongrijpbaarder. Het wordt steeds moeilijker om te bepalen wat waar is. De onechte virtuele werkelijkheid, de multiverse, die we via onze computers en telefoons met onze digitale identiteit of avatar kunnen betreden, vormt een steeds groter deel van ons leven. Het lijkt steeds minder belangrijk of iets wel of niet echt is, maar dat is een grote en tragische misvatting.
Wat is echt? Wat is waar? Misschien leven wij ook wel in een computerspel. Misschien is deze werkelijkheid een hologram. Wat op het nieuws is nog waar? Wat is er waar van de informatie waarmee we overspoeld worden? De meningen raken steeds meer verdeeld. Mensen raken steeds meer in de war, zijn het steeds meer oneens en raken steeds meer geïsoleerd.
Ik had drie of vier jaar geleden, voor de zogenaamde pandemie uitbrak, een visioen waarin ik zag dat de aarde uiteendreef in miljoenen kleine bolletjes, allemaal miniatuurversies van de aarde. Het leek alsof de aarde zoals wij die kennen haar samenhang verloor. Ik snapte destijds niet waar dat visioen over ging, maar ik snap het inmiddels wel. Als we ons niet langer met elkaar verbinden, als we in ons isolement denken dat we de enige zijn met een bepaald inzicht, een bepaalde werkelijkheidsbeleving of perceptie, gedachten, gevoelens, ideeën, kennis, ervaring, wijsheid … als we dat alles niet kunnen delen met anderen of als we in onze pogingen het te delen teleurgesteld, afgewezen of belachelijk gemaakt worden, dan trekken we ons terug in onszelf. Dan wordt onze bubbel, onze werkelijkheid, steeds kleiner. Als we dat steeds vaker doen en het een soort van normaal wordt, de status quo van ons dagelijks leven, dan verliezen we het contact met het morfogenetische veld waar we deel van uitmaken. Dan verliezen we het contact met de groep waartoe we behoren. Dan verliezen we uiteindelijk het contact met de mensheid en de wereld.
En als we ons blijven afzonderen van de natuur, niet meer naar buiten gaan, nooit meer met onze handen in de aarde wroeten en in plaats daarvan ons steeds meer verbinden met de computer, ofwel AI, dan raken we de verbinding met de aarde kwijt en wordt onze werkelijkheid nog kleiner, totdat we inderdaad, net als The Little Prince, op een veel te kleine bol leven, een plek waar nog net een beeldscherm en een stoel, een bed en een koelkast past.
Als dat gebeurt, dan scheurt het net dat ons verbindt en via welke we deze droom samen manifesteren. Dan is het enige wat we nog hebben ons individuele, geïsoleerde bewustzijn, dat we niet langer met de ander kunnen delen. En dan … ja, dan denk ik inderdaad dat de wereld zoals ze nu is zal eindigen. Ze zal uit elkaar drijven, omdat er geen lijm meer is die haar bijeenhoudt. Er is dan geen collectieve eenheidsdroom meer die haar in stand houdt. Dit gaat echter niet gebeuren als we wél blijven verbinden en wél naar elkaar blijven uitreiken. Dan blijft onze gezamenlijke droom bestaan.
Het kan ook gebeuren dat de aarde in tweeën, drieën of vieren zal splitsen. Misschien komen er wel meerdere versies van deze aarde. De ene versie wordt dan misschien een aarde van mensen die in harmonie met de natuur leven (mijn versie), de andere een aarde van mensen die de technocratie verwelkomen of zich eraan onderwerpen omdat ze denken dat ze geen keus hebben. In een derde versie neemt het satanisme het misschien wel compleet over en wordt dit een heuse horrorplaneet, en wellicht ontstaat er ook een versie waarin alles blijft zoals het nu is, waarin de ellende van de afgelopen jaren met een sisser afloopt en we gewoon door blijven ploeteren, terwijl de 1% nog steeds aan de macht is, maar we net genoeg vrijheid krijgen om niet te protesteren.
Deze vier scenario’s zijn maar een tipje van de sluier. Er zijn oneindig veel mogelijkheden. Het punt is alleen dat we wel een collectief scenario moeten hebben en de moed moeten hebben om onze dromen met elkaar te delen, want als we dat niet doen, wordt het lastig om een werkelijkheid te creëren waarin we nog samen kunnen zijn.
Ik wil deze aarde graag behouden. Ik vind haar prachtig. Ik hou van haar, ik hou van de natuur en ik hou van de mensheid. Ik wil graag met gelijkgestemden op deze aarde wonen, niet alleen. Ik vind dat we een spectaculaire aarde hebben gedroomd, met zoveel rijkdom, verscheidenheid, schoonheid en creativiteit, en ik ben nog lang niet klaar met alles beleven. Ik wil niet uiteendrijven en ik wil ook liever niet splitsen, maar ik wil wel verandering. Diepe, echte, duurzame verandering. Die is nodig, volgens mij. Het uiteendrijven van de aarde is maar een van de vele opties, al lijkt een scheiding der geesten soms onvermijdelijk. Het bijeenkomen van de bewuste mens en het terugbrengen van de harmonie op aarde is een andere optie, waar volgens mij steeds meer mensen over durven te dromen.
Chris verbleef de laatste maanden van zijn leven in een oude bus, die daar ooit door elandjagers was neergezet. Zij waren het ook die zijn lichaam vonden. Toen ‘Into the wild’ uitkwam, inspireerde dat veel jonge mensen om op zoek te gaan naar de bus in kwestie. Die oude bus in de wildernis werd een soort van bedevaartplaats. Mensen wilden zeker weten dat het echt gebeurd was en ze wilden zich verbinden met Chris, zelfs na zijn dood. Veel mensen onderschatten echter hoe moeilijk deze tocht was. Ze raakten gewond en moesten met een helicopter opgehaald worden, en sommigen stierven onderweg. Uiteindelijk is de bus om veiligheidsredenen weggehaald en daarmee vervloog de droom, maar Chris heeft met zijn avontuur toch zijn droom kunnen delen … een droom van vrijheid, waar jij nu ook door aangeraakt bent.
Sanne Burger
sanneburger.com
Dankjewel voor dit mooie stuk.
Ik werd tijdens het lezen ontroerd omdat dat wat jij schrijft voor mij bekend aanvoelt en daarmee mijn waarheid bevestigt.
Wat mooi geschreven.
Bedankt voor jouw mooie artikelen. Keer op keer raakt het mij. Dank