Het goddelijk dier de mens

Artikel voor de Koorddanser, mei 2013

Mijn eerste confrontatie met het kwaad was toen ik op schoolreisje was van de tweede klas. De schoolleiding had verzonnen dat het een leuk idee was om kinderen van 7,8 jaar mee te nemen naar het Anne Frank huis. Ik ben er nooit helemaal van hersteld. Er was een expositie van zwart-wit foto’s uit Auschwitz. Ik zie me nog peinzend staan voor een levensgrote foto die ik niet begreep. Het leek op een berg mensen, maar toch ook weer niet.
‘Wat is dat?’, vroeg ik aan de meester.
‘Dat zijn lijken’, zei hij. ‘Dode mensen. In Auschwitz moesten de Joden douchen van de Nazi’s en dan werden ze massaal vergast. Er kwam geen water uit de douche, snap je, maar vergif. Daarna werden ze op een hoop gegooid, omdat er teveel waren om te begraven. Soms zat er nog weleens een levende tussen, maar die werd dan verpletterd door het gewicht van de doden.’
Toen ik thuiskwam die avond was ik stil. Ik kon niet eten en wilde niet douchen.
‘Ach, ze is moe van het schoolreisje’, zei mijn moeder vertederd. Die nacht werd ik gillend wakker.
‘Kind, het was maar een droom’, suste mijn moeder.
Maar dat was nou juist het probleem: het was geen droom.

Het is de vraag der vragen: ‘Wat is de bron van het kwaad?’ Een van mijn cliënten, historicus en musicus, attendeerde me in verband hiermee op het boek: ‘Heart of darkness’ (Hart der duisternis) van Joseph Conrad. Het boek, 110 (!) jaar geleden uitgegeven, was de inspiratie voor ‘Apocalypse Now’, de wereldberoemde film van Coppola uit ‘79, over de oorlog in Vietnam. Wie herinnert zich niet de onsterfelijke scène van Marlon Brando in de rol van kolonel Kurtz, wanneer hij verscholen in het halfdonker fluistert: ‘The horror. The horror.’ Overigens, de reden dat Brando tijdens deze film voortdurend in het halfduister verkeerde was niet om zijn verhouding met het kwaad te illustreren, maar om het feit te verhullen dat hij enorm dik was in die tijd. Maar dat terzijde.

Mijn cliënt vroeg zich af: ‘Wat bedoelt Kurtz met ‘the horror’? Refereert hij hier aan de gruwelijkheden die mensen elkaar aan doen, of beseft hij op dat moment zijn eigen nietigheid in het licht van de onmetelijke natuur om hem heen, die hem met al zijn ambities en idealen lijkt uit te lachen, en vervalt hij om die reden in een destructieve razernij?’

Hier komt een prachtige paradox naar voren: Is het grootheidswaanzin die ons drijft tot het begaan van gruwelijkheden, of is het het besef van onze nietigheid? Nisargadatta zei het al: ‘Waarheid zegt me dat ik niets ben. Liefde zegt me dat ik alles ben. Daartussen stroomt mijn leven.’ Deze paradox komt ook naar voren in de spirituele sector. Sommige trainingen en trainers, zoals NLP, Louise Hay, Tolle, Avatar en The Secret, beweren dat wij ons eigen leven creëren. Dat zou betekenen dat we oppermachtige wezens zijn. De wreedheid hierin is gelegen in het feit dat daarmee dus alles je eigen schuld is. In onze cultuur, waar het individualisme verafgoodt wordt, zijn dit soort trainingen erg in trek. Andere disciplines, meestal de wat oudere, waaronder het boeddhisme, Zen, Advaita en yoga, beweren dat we niet meer zijn dan een druppeltje in de oceaan. Bevrijding kan alleen gevonden worden in overgave, in de kunst van het ‘niet doen’. Dit zou betekenen dat wij als individuen niets voorstellen. De wreedheid hierin is gelegen in het feit dat individuele verantwoordelijkheid en keuzevrijheid ontkend worden. Deze opvatting vind je nog steeds terug bij mensen die denken dat zelfopoffering, zelfkastijding en blinde volgzaamheid nobele zaken zijn. Beide opvattingen zijn voer voor psychologen en een groot gevaar voor onze samenleving.

Een paradox leidt altijd tot een patstelling, zolang je probeert een keuze te maken. De oplossing is om niet langer ‘of-of’ te denken, maar ‘en-en’. Manfred en Victor van Doorn formuleren dit op heldere wijze in hun boek: ‘This is the And’. Nisargadatta zei het ook al: we zijn zowel alles als niets. Alexander Smit, een leerling van Nisargadatta, lichtte dit nog verder toe door te zeggen: ‘Je moet geen niveaus door elkaar halen.’ Reinoud Eleveld, mijn taoïstische leraar, benadrukte altijd: ‘Je moet leren denken in de drie tantiens.’ In iedere spirituele traditie kom je die drie niveaus van de werkelijkheid tegen: lichaam, ziel en geest. Het is deze driedeling die uiteindelijk een bevredigend antwoord geeft op de vraag der vragen.

Hieronder een overzicht van de driedeling in de Chinese taoïstische leer:

Jing: Lichaam, materie, natuur, voortplanting, instincten, overleven: de fysieke dimensie van de werkelijkheid. Goed en slecht is absoluut. Er is geen keus, alleen noodzaak. Het dierlijke niveau.

Chi: Ziel, gevoel, bewustzijn, affectie, fantasie, verlangen: de gevoelsmatige dimensie van de werkelijkheid. Goed en slecht is relatief. Er is een bepaalde mate van keuzevrijheid. Dit levert verwarring op waaraan het bewustzijn zich slijpt. Het menselijke niveau.

Shen: Geest, magie, het goddelijke, voorbij oordeel, lijden en schuld: de objectieve dimensie van de werkelijkheid. Goed en slecht bestaan niet meer, er is alleen maar gewaarzijn. Het goddelijke niveau.

‘Wacht even’, zei de historicus. ‘Er bestaat geen goed en slecht op het niveau van de Shen? Is dat geen imperfectie in de leer? Wordt daar geen misbruik van gemaakt?’
Ik bewonderde zijn helderheid van geest. Hij sloeg de spijker op zijn kop. Verschrikkingen vinden plaats op alle niveaus. Wanneer een dier verscheurd wordt, wanneer bosbranden woeden of rivieren buiten hun oevers treden, levert dat leed en pijn op. Het is de wreedheid en onvermijdelijkheid van de natuur: de Jing. De schoonheid van de Jing zit hem in het feit dat het motief van alles wat er gebeurt betrouwbaar is: het gaat om overleven. Verwarring en onrecht ontstaan pas wanneer wij vanuit onze relatieve vrije wil ervoor kiezen om andere belangen na te streven dan de zuiver instinctieve impulsen van het lichaam. Het lijden en de pijn die daaruit voortkomen zijn van een andere orde. Het is een abstract leed dat samenhangt met ons verlangen naar vrijheid en zelfkennis.

De verleiding van de Shen in het licht van dit verlangen is enorm. Zowel de dreiging, de macht als de absolute vrijheid van dit niveau wordt weerspiegeld in de volksverhalen over onsterfelijke goden, heksen en tovenaars. Wij mensen bezitten het vermogen om de Shen aan te raken. We spreken dan van magie. Witte magie wil zeggen dat je de macht van de Shen inzet om genezing te laten plaatsvinden op het menselijk niveau. Dan heb je het over goeroes, genezers, sjamanen en profeten. Zwarte magie wil zeggen dat je deze macht inzet om je persoonlijke belangen na te streven, zonder nog langer rekening te houden met de gevolgen van je acties voor de omgeving of de toekomst. Dat is wat de historicus bedoelde.

Wanneer je het hebt over ‘The Horror’ spreek je dus eigenlijk over zwarte magie: het nastreven van oneigenlijke doelen vanuit onnatuurlijke motieven. Vandaag de dag leven de zwarte magiërs zich uit in de uitwassen van de moderne samenleving, de vijf B’s: Big Pharma, Big Food, Big Oil, Big Farm en Big Media. Gelukkig is witte magie ook overal – steeds meer!

0 reacties

Geef een reactie

You might like this too …

Woordmagie

Woordmagie

Sommige mensen gebruiken woorden om dichterbij te komen: dichterbij de ander, dichterbij de waarheid. Andere mensen...

Lege woorden

Lege woorden

“In den beginne was het woord” staat in de bijbel, maar er staat niet bij welk begin ze bedoelen. Het begin waarvan?...

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in op mijn nieuwsbrief om nieuwe artikelen en aankondigingen van nieuwe trainingen direct in je inbox te ontvangen!

 

Dank voor het inschrijven! Je ontvangt een email waarmee je je inschrijving moet bevestigen. Vanaf dan blijf je altijd up-to-date!