Palliatieve sedatie: als de dokter beslist wanneer jij dood mag

Sanne Burger

10 oktober 2024

Twee jaar geleden kreeg mijn moeder kanker. Het was ongeneeslijk, zei de oncoloog.
“Oké,” zei mijn moeder, “maar ik wil geen lijdensweg.”
Kordaat als ze was, zelfs nog op haar tachtigste, ging ze meteen naar haar huisarts om te regelen dat wanneer de tijd daar was, hij haar zou helpen met sterven door middel van euthanasie.
“Zo, dat is in orde”, zei ze tevreden, toen eindelijk alles rond was.

In de maanden die volgden, ging ze langzaam achteruit. Ze kreeg pijn op de borst en werd steeds benauwder. Praten werd steeds moeilijker. Soms kreeg ze vreselijke hoestbuien, waarin ze bijna stikte.
Ze had de gewoonte om iedere dag een stukje te fietsen, maar op een gegeven moment ging ook dat niet meer.
“Dan ga ik iedere dag een stukje lopen”, zei ze dapper. “Als ik maar even buiten kom.”
Dat hield ze maandenlang vol, tot ze alleen nog maar kon schuifelen achter de rollator. En op een dag lukte zelfs dat niet meer.

Het medicijnbakje op het aanrecht werd steeds voller. Een pil tegen de benauwdheid, een pil tegen het hoesten, een pil tegen de zwelling in armen en benen, pillen en pleisters tegen de pijn en een drankje om te slapen.
De bijwerkingen van de medicijnen waren verschrikkelijk. Haar hele lichaam zwol op. Ze kreeg paarse vlekken en open wonden op armen en benen. Haar linkerarm moest gezwachteld worden. Ze kreeg angstaanvallen die haar volledig uit het veld sloegen. Haar tanden vielen uit en haar smaak en eetlust verdwenen. De kilo’s vlogen eraf.

Toen ze echt niet meer kon lopen, werd de rollator vervangen door een rolstoel, zodat ze toch nog iedere dag even naar buiten kon. Dat vond ze heerlijk, maar tot haar verdriet werd ook dat op zeker moment te vermoeiend.
Ze kreeg een stoel die ze elektrisch kon bedienen, want zelfstandig opstaan en gaan zitten kon ze niet meer.
De thuiszorg werd ingeschakeld en kwam twee keer per dag langs.

Ze bleef positief en was vriendelijk tegen iedereen, maar op een dag was het zover.
“Het is tijd”, zei ze in tranen. “Ik kan niet meer. Bel de dokter maar.”
De dokter kwam en zei: “Denk er nog even goed over na, mevrouw. Dit is een belangrijke beslissing. Als u over een week nog steeds euthanasie wilt, dan prikken we een datum.”
In die week kwam ze tot het inzicht dat ze euthanasie te abrupt en te eng vond.
“Het spijt me, dokter”, zei ze, “maar ik zie er vanaf. Ik wil geen euthanasie. Nu niet en later niet.”
“U bent niet de enige, mevrouw”, zei de dokter. ”Maar één op de duizend mensen die euthanasie plannen, doen het ook daadwerkelijk.”
“Oh, gelukkig,” zei mijn moeder, “dan ben ik niet gek. Maar ik wil nog steeds geen lijdensweg. Als het echt niet meer gaat, wil ik graag palliatieve sedatie. Kan dat, dokter?”
“Uiteraard”, zei de dokter.

Een maand later ging het echt niet meer. De dokter werd gebeld, maar hij was op vakantie.
Een vervangende arts kwam op huisbezoek. Een jonkie, net afgestudeerd.
Ze ging met het medisch dossier op schoot naast mijn moeder zitten, rechtte haar rug en zei: “Ik zie dat u met palliatieve sedatie wilt beginnen. Begrijpt u wel dat dat niet zomaar kan?”
“Natuurlijk, dokter,” zei mijn moeder beleefd, “maar ik heb dit al uitgebreid met mijn eigen dokter besproken. Ik heb zijn toestemming.”
“Uw eigen dokter is er niet, dus nu is het mijn verantwoordelijkheid”, zei de vervangende arts. “Wij artsen zijn gebonden aan wettelijke regels met betrekking tot het verstrekken van palliatieve sedatie. Heeft u erge pijn?”
“Nee dokter, daar heb ik medicijnen voor”, zei mijn moeder.
Mijn moeder kreeg al maanden morfine en een hele batterij andere pijnstillers. Wat een rare vraag.
“Bent u depressief?”
“Nee.”
“Slaapt u goed?”
“Ja, daar heb ik ook medicijnen voor.”
“Eet en drinkt u nog?”
“Ik doe mijn best, maar mijn smaak is weg”, zei mijn moeder.
“Wel, dan is uw lijden nog niet ondraaglijk genoeg voor palliatieve sedatie”, zei de dokter. “Ik zie hier wel dat u toestemming heeft voor euthanasie. Wilt u daar een afspraak voor maken?”
“Nee!” zei mijn moeder geschrokken. “Geen euthanasie.”
“Nou, dan moet u het nog maar even volhouden tot uw eigen huisarts terug is. Dan kunt u het verder met hem bespreken”, zei de arts en vertrok.

De weken die volgden, waren loodzwaar. Haar benen waren zo slap geworden dat ze er zelfs niet meer op kon staan. De medicijnen maakten haar angstig en verward. Het duurde eindeloos om ’s ochtends van de slaapkamer naar de woonkamer te komen. Ze was doodsbang om te vallen. Soms gilde ze het uit van angst als ze alleen maar de drempel naar de badkamer over moest.
Vaak viel ze even weg als ze in haar stoel zat, alsof ze ergens anders was, waarna ze met wijd opengesperde ogen wakker schrok.
‘s Avonds moest ze in bed geholpen worden en dan op haar zij gerold, met een kussentje onder haar pijnlijke arm. Zelf lekker gaan liggen lukte niet meer.
“Ik wou dat ik het lijden van je kon overnemen”, zei ik weleens tegen haar als ik haar zo hulpeloos zag liggen.
“Kind, je weet niet wat je zegt”, zei ze dan.

Na een maand belden we de dokter opnieuw.
“Nu zal hij toch wel terug zijn van vakantie”, zei mijn moeder hoopvol.
“Dokter M begrijpt mij. Hij weet dat ik me niet aanstel.”
“Sorry,” zei de telefoniste na een lange wachttijd, “maar dokter M is door familieomstandigheden verhinderd en zal voorlopig niet aanwezig zijn. De vervangende arts is ook op vakantie, maar de vervanger van de vervanger komt vandaag nog bij u langs.”
Arts nummer 3 kwam die middag op huisbezoek. Mijn moeder lag in een bed in de woonkamer en probeerde te glimlachen.
“Heeft u pijn?” vroeg de dokter.
“Nee,” zei mijn moeder met een zucht, “en ik ben niet depressief en ik slaap redelijk goed, dankzij de medicijnen, maar ik lijd wel onder de situatie. Een dag duurt een eeuwigheid. Ik overdrijf niet, dokter. Ik denk niet dat ik nog zo’n dag aankan.”
“Eet en drinkt u nog?” ging de arts onverstoorbaar verder, alsof ze niet gehoord had wat mijn moeder zei.
“Weinig”, antwoordde mijn moeder mat.
“U begrijpt dat wij artsen aan wettelijke voorschriften moeten voldoen als het gaat over palliatieve sedatie”, zei de arts. “Ik kan u niet zomaar toestemming geven.”
“Maar ik heb al toestemming van mijn eigen dokter”, zei mijn moeder, met een stem waaruit alle hoop verdwenen leek.
“Daar staat niets over in het dossier”, zei de arts, “maar ik zie dat u wel toestemming heeft voor euthanasie. Wilt u daar een afspraak voor maken?”
“Nee, dank u”, zei mijn moeder.
“Nou, dan moet u nog maar even flink zijn”, zei de dokter opgewekt en vertrok.

De volgende dag zei mijn moeder: “Ik wil naar een hospice. Zo gaat het niet langer.”
Het hospice werd gebeld en wonder boven wonder was er nog diezelfde dag een plek vrij.
In het hospice werd ze hartelijk verwelkomd door het personeel en kreeg ze een luxe appartement, van alle gemakken voorzien.
“Nu komt het goed”, zei ze tegen niemand in het bijzonder. “Overmorgen komt de dokter en dan krijg ik palliatieve sedatie.”
“Ik hoop het, mam,” zei ik, “maar ik zorg wel dat ik bij dat gesprek ben.”
“Als je je maar gedraagt”, zei mijn moeder.

Twee dagen later kwam de dienstdoende arts langs. Arts nummer 4 was een grote vrouw van eind zestig, met pikzwart geverfd haar, een bleke huid en dikke wallen onder haar ogen – alsof ze zo uit The Addams Family was weggelopen.
“U begrijpt dat we niet zomaar palliatieve sedatie kunnen toestaan …”, begon ook zij, maar ik onderbrak haar.
“Kan ik u even onder vier ogen spreken?” vroeg ik zo beleefd mogelijk.
“Maar natuurlijk, als uw moeder dat goed vindt,” zei ze met fluwelen stem.
Hypocriet wijf, dacht ik bij mezelf.
Mijn moeder knikte met gesloten ogen. Ze was echt op.
We liepen naar het einde van de gang, waar twee grote pluche stoelen stonden.
“Gaat u zitten”, zei ze arrogant – alsof ik ook daar toestemming voor nodig had.
We gingen zitten en ze stak meteen van wal: “U begrijpt dat wij alles doen om zo goed mogelijk voor uw moeder …”
“Hou maar op”, zei ik woedend. “U bent de derde arts die de afgelopen maanden voor mijn moeder heeft bepaald dat het nog te vroeg is voor palliatieve sedatie, terwijl u geen van allen mijn moeder meer dan tien minuten heeft gezien. Mijn moeder heeft van haar eigen arts twee jaar geleden al toestemming gekregen voor euthanasie en toen ze daarvan afzag voor palliatieve sedatie, maar omdat hij nu afwezig is, wordt ze gedwongen om zich tot drie andere artsen te verhouden die haar wensen en de toezegging van haar eigen arts negeren, terwijl ze letterlijk doodziek is. Wat is dit voor onprofessionele gang van zaken?”
“U moet begrijpen dat wij artsen aan wettelijke regels gebonden zijn”, zei de arts op scherpe toon. “Als we ons niet aan de regels houden, kunnen we aangeklaagd worden voor moord. Het is duidelijk nog te vroeg voor palliatieve sedatie. Euthanasie mag wel, maar ik zie in het dossier dat uw moeder dat niet wilt.”
“Dit is absurd”, zei ik. “Euthanasie mag wel, maar palliatieve sedatie niet? En waarom is het aan u om te bepalen of het lijden van mijn moeder ondraaglijk is? Waarom mag zij dat niet zelf bepalen? Of is het wellicht een idee om eens met haar kinderen te praten, die het afgelopen jaar voor haar gezorgd hebben en haar aftakelingsproces van dichtbij hebben meegemaakt?”
“Het is niet aan mevrouw zelf, noch aan de familie om te bepalen of al dan niet met palliatieve sedatie gestart mag worden”, zei de arts. “Dat bepaalt de arts. Dat bepaal ik.”
“Dus u denkt dat u het recht heeft om te bepalen hoe en wanneer mijn moeder dood mag”, zei ik. “Dat is ronduit belachelijk.”
De arts verstarde en staarde me een paar seconden intens aan.
Toen stond ze bruusk op en zei: “Dit gesprek gaat een kant op die ik niet prettig vind, dus ik beëindig het.”
Nog voor ik kon antwoorden, liep ze de kamer uit. Ik bleef verbluft achter en barstte in huilen uit. Het waren tranen van woede, van machteloosheid en van verdriet over mijn moeder. Zo had ze het niet gewild.

Na een paar minuten ging ik terug naar mijn moeder. Ik ging op de rand van het bed zitten en pakte voorzichtig haar hand.
Ze deed langzaam haar ogen open en keek me glazig aan.
“Hoe ging het?” vroeg ze.
“Mam, sorry,” zei ik, “maar ik heb me niet netjes gedragen. Ik heb gezegd dat ik het belachelijk vond dat zij bepaalt wanneer jij dood mag, dat jij dat zelf zou moeten bepalen, dat ze jou helemaal niet kent en dat ze helemaal niet kan weten hoe ondraaglijk jouw pijn is.”
“Kind, ik mag dat mens ook niet”, zei mijn moeder. “Ik vind haar zo onecht, met dat nephaar.”
Dat was zo onverwacht komisch dat ik ondanks de tragische situatie moest lachen.

Het duurde nog zes dagen voordat mijn moeder van dokter Addams toestemming kreeg voor palliatieve sedatie.
Binnen 24 uur was ze vertrokken.

De moraal van dit verhaal? Zorg dat je nooit in een situatie terechtkomt waarin je afhankelijk bent van een arts die bepaalt of en wanneer jij dood mag.

Sanne Burger
sanneburger.com

Image: Gustav Klimt, Primavesi

12 Reacties

  1. Klaartje

    Dit moet bijzonder heftig voor jullie geweest zijn. En wat beschrijf je je moeder prachtig. Sterkte met het verlies, alhoewel ik niet geloof in dood of einde. Ik zie het als een transitie naar het lichtwezen dat wij zijn. Jouw moeder baadt in liefde 🧡

    Antwoord
  2. Kathy A. de Vries/ Stichting Herbezinning op Nabijheid

    Wat een verdrietig en ook zo’n onrechtvaardig verhaal. Door onze Stichting hoor ik er steeds meer over. Ik ben heel bang en ik vrees ook dat het helaas realistisch is, dat mensen vanwege de sterk achteruitgaande en vooral ontzielde zorg steeds meer voor euthanasie gaan kiezen, terwijl dat misschien nog niet nodig zou zijn. Natuurlijk staat ieder geval op zichzelf. Gelukkig zijn er nog de hospices, maar het gebrek aan ethiek, compassie en respect voor de mens die zo dicht bij het einde van het leven staat, vind ik heel schokkend.
    Dank voor het delen van dit verhaal.
    Met warme groet,
    Kathy A. de Vries

    Antwoord
  3. Michel Varkevisser

    Beste Sanne,

    Gisteren waren mijn vrouw en ik bij mijn moeder. Ook zij is 93 en een mens van de dag. We spraken over ditzelfde onderwerp en exact dezelfde gedachten kwamen op. Mijn vrouw werkt als doktersassistente en is goed thuis in de zorg maar ook geprogrammeerd. De dreigingen van wetgeving en het systeem dat eerder lijkt bezig te zijn met moedwillig slechte intenties bepaald voor elk levend wezen wat normaal is en hoe er mee om te gaan. Ik meen er een groot gebrek aan empathie in te vinden zoals jij schrijft. En iedere arts is er aan onderworpen en slachtoffer zo lijkt het. Chemicaliën die nooit als voeding geslikt werden worden de oplossing voor elk probleem en zijn de schadelijke gevolgen symptomen die logisch en geaccepteerd aangenomen worden. Want je wil toch geen narigheid? Er van overtuigd dat in de natuur stoffen te vinden zijn die geen bijwerkingen kennen worden niet gekend door de artsen. Gefinancierd door de farmacie slikken we de middelen uit de petrochemie. Ongelooflijk toch? Er zijn zo ontzettend veel dingen mis in de maatschappij dat het mijn vrijwillige keuze zou zijn op de eiland te gaan wonen indien dat mogelijk was. Helaas is de maatschappij overal.
    Wat een wereld.

    Antwoord
  4. Henny

    Dankjewel voor dit schrijven Sanne. Heel vervelend en naar voor je moeder, zoals dit gegaan is. Het is stof tot nadenken….Lieve groet, Henny

    Antwoord
    • Hannie

      Dankjewel voor het delen, regelgeving kan zo onmenselijk en ook veranderend zijn. Mijn moeder had al beslist om reanimatie te willen, wat er ook maar gebeurde. Toen ze echter voor een keuze stond, werd dit haar ontnomen, de arts vond het geen goed idee en daar moest ze zelfs een formulier voor ondertekenen. Mijn moeder ziet dat ze op 90 jarige leeftijd niet meer mee telt en anderen de controle over haar nemen.

      Antwoord
  5. Wil

    Wij hebben bij de ( wakkere) huisarts n brief laten opstellen .
    Niet reanimeren, behandelverbod bij ernstige aandoeningen, palliatieve sedatie bij ondraaglijk/onmenselijk lijden.
    Ook n levenstestament zodat de partner kan beslissen over o.a. medische beslissingen

    Antwoord
    • Sanne Burger

      Het probleem bij ‘palliatieve sedatie bij ondraaglijk/onmenselijk lijden’ is dus dat de arts bepaald wanneer het lijden ondraaglijk/onmenselijk is – niet de patiënt/stervende zelf. Ondraaglijk lijden is een subjectief begrip, waarover de medische orde denkt te kunnen en mogen beslissen.

      Antwoord
      • Wil

        Dat is waar, maar ik weet dat onze wakkere huisarts achter ons staat, verder heb ik in de zorg gewerkt, dus ws meer overtuigingskracht (hoop ik).
        Verder zal de tijd het uitwijzen, hopen dat het niet nodig is.
        Verder heb ik wel een mooie ervaring met mijn zeer gehandicapte broer, na 2 dagen kwamen we in ziekenhuis erachter, dat hij 2 dagen daarvoor n dijk van een hartinfarct had door gemaakt.
        Liep vol en werd benauwd, we (ik en longarts) hebben besloten om niet te behandelen.
        Door zijn ernstige handicap en verstandelijke beperking zou hij de behandelingen niet snappen en zijn leven zou voor hem niet meer leuk zijn. Met morphine naar huis gestuurd waarna hij in 2 dagen overleed. Dus het kan wel ( en ik heb daar vrede mee)

        Antwoord
        • Sanne Burger

          Het zou niet van overtuigingskracht af moeten hangen of iemand wel of niet zelf mag bepalen hoe hij/zij wil sterven. En ja, natuurlijk zijn er uitzonderingen en is het soms nodig dat anderen die beslissing nemen, als de persoon zelf daar werkelijk niet toe in staat is – fijn dat de arts wel naar jou luisterde in het geval van je broer.

          Antwoord
  6. Martine

    Een lijdensweg, maar hoe zorg je ervoor zoiets te voorkomen? Door in ieder geval de toezegging van je arts direct op schrift te laten zetten. Verder nog tips?

    Antwoord
  7. Maria Grijpma

    Dag Sanne, wat een verhaal. Ik snap je machteloosheid heel goed. Zullen we een keer bellen? Ik werkte lang in de terminale zorg. Het verhaal over de euthanasie van mijn vader in het verpleeghuis, stond vorige maand in Relevant, het blad van de NVVE.
    Zijn huisarts verdient een plek in de hemel.
    zie mijn post op linkedin. https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:7243305491685064705/
    Met vriendelijke groet, Maria 06-22627867

    Antwoord
  8. Jacqueline

    Wat kun je je dan machteloos voelen! Ik zeg al jaren dat we humaner met onze huisdieren omgaan. En in het buitenland denken ze dat het zo makkelijk is in NL. Ondraaglijk lijden is zo’n subjectief begrip. Gecondoleerd. En complimenten voor alle stukken die je schrijft. Ik lees ze altijd met veel interesse.

    Antwoord

Geef een reactie

You might like this too …