Toen mijn moeder vorig jaar overleed en ik aan mijn zoon vroeg hoe dat voor hem was, zei hij na een korte stilte: “Voor mij is er eigenlijk niet zoveel verschil tussen wanneer iemand dood is en wanneer iemand ver weg woont. Vrienden die ver weg wonen, zie en spreek je soms ook jaren niet en als je ze dan weer ziet, is het net alsof er nog geen dag verstreken is. Ik heb hetzelfde gevoel bij oma.”
Inmiddels kan ik dit alleen maar beamen. Toen mijn moeder nog leefde, belde ik haar iedere vrijdag, om haar een fijn weekend te wensen. Dat vond ze fijn. Als ik in Nederland woonde, zocht ik haar ongeveer eens in de maand op en als ik in het buitenland was, dan zag ik haar soms maanden achtereen niet. Dat was zo’n beetje het normale ritme – behalve de maanden voor ze stierf, toen was ik er bijna iedere dag, want toen was ze doodziek.
Nu, bijna een jaar later, voelt het niet zoveel anders als toen ze nog leefde. De innerlijke dialoog die ik met mijn moeder had en die de onderstroom was van ons contact, is er nog steeds. Eigenlijk is nu het beter, omdat ik me niet meer aan haar erger. Toen ze nog leefde was het vaak een geïrriteerde en gespannen dialoog, omdat ik me niet gezien voelde door haar, omdat ik vond dat ze niet naar me luisterde. Mijn innerlijke dialogen gingen vaak zo van: “Snap het nou eens!”, “Waarom luister je niet?” en “Als je dit toch eens zou begrijpen, mama”. Die irritatie is verdwenen, want het hoeft niet meer. Ze is dood, dus voor haar maakt het niet meer uit. Ik hoef haar nergens meer van te overtuigen. Wat er overblijft is affectie, minzaamheid, rust en gedeelde vreugde.
Ik veroorloof mezelf nu wel meer vrijheid. Ik durf brutaler te zijn, want ik heb gemerkt dat dat niks afdoet aan onze verbinding. Soms zeg ik hardop, als ik haar fysieke aanwezigheid even vreselijk mis: “Stom mens, had die prikken nou niet genomen, dan had je nog veel langer kunnen leven.” Alleen komt er geen respons. Ze hoort het wel, maar het is niet meer relevant voor haar. Waar ze nu is, kan ze niet langer beledigd of ontzet raken. Dus duurt zo’n emotie bij mij ook maar tien seconden en dan is er weer die vredige energie van haar stille aanwezigheid in mij.
Als ik naar de bloemen in mijn tuin kijk, denk ik aan mijn moeder. Rode rozen waren ons beider lievelingsbloem, al was mijn moeder ook dol op zonnebloemen, jasmijn en seringen. Chrysanten en anjers niet, daar had ze een hekel aan. “Dat zijn begrafenisbloemen”, zei ze altijd. “Die hoef je niet voor me mee te nemen, hoor. Je wilt me toch niet dood hebben?” Amaryllissen vond ze ook stom. “Die vallen altijd om. Die hoef ik niet.” Dat was één keer gebeurd, maar sindsdien was het niet meer uit haar hoofd te praten. Toen ze nog leefde, nam ik vaak een bos rode rozen voor haar mee en soms zonnebloemen. Als de paarse seringenboom in haar tuin bloeide, stuurde ze altijd een foto en schreef: “Als de seringen bloeien, denk ik altijd aan jou.” Als ik foto’s maak van mijn tuin, van de rozen die dit jaar zo mooi uitkomen, denk ik: even aan mama sturen en vervolgens: oh nee, ze is er niet meer. Toen ze nog leefde, stuurde ik haar vaak foto’s van bloemen en dan stuurde ze altijd een appje terug met ‘Moooooi!!!’ met heel veel o’s en uitroeptekens. Nu stuur ik haar een mentale foto. Ik heb echt het gevoel dat het aankomt en ik hoor haar zeggen: ‘Moooooi!!!’ alsof we er nog steeds samen van genieten.
Sinds kort heb ik drie jonge spechten in mijn tuin. Ze zitten op de boom te wachten tot hun moeder ze voert, terwijl ze ondertussen even groot zijn, alleen wat donziger. Er gaat een pot pindakaas per dag doorheen. Ik zit er met plezier naar te kijken, samen met mijn moeder. Ons gesprekje gaat ongeveer zo: “Kijk mam, moet je zien hoe die moeder haar best doet. Het lijkt jou wel.” “Ja kind, alle moeders zijn hetzelfde.” “Wat maken ze een herrie, hè?” “Ja, dat deden jullie ook altijd.” Het is vredig, genoeglijk en vanzelfsprekend. Toen ze nog leefde, hadden we ook dit soort nietszeggende, veelbetekenende gesprekjes.
Misschien hebben wij in onze cultuur wel een heel verkeerd idee van ‘dood’. Wij associëren dood met weg. Als iemand dood is, als iemand geen lichaam meer heeft, dan is ze weg. En omdat we geloven dat de persoon weg is, communiceren we er niet meer mee. We blokkeren het contact dat we met haar hadden toen ze nog leefde en blokkeren wellicht zelfs de innerlijke dialoog, ervan overtuigd dat ze het nu toch niet meer hoort, omdat ze dood is. Mij gebeurt dat niet! Waarom zou dat zijn? Misschien omdat ik om te beginnen al nooit geloofd heb dat de dood het einde was. Mijn moeder geloofde dat wel en soms zeg ik triomfantelijk tegen haar: “Haha, zie je nou wel mam, ik had gelijk en jij had ongelijk!”
Wat als wanneer mensen overlijden ze helemaal niet weggaan? Wat als ze gewoon blijven, als energie, als frequentie, als aanwezigheid in ons? Wat als we gewoon met ze kunnen blijven praten en delen? Zou dat niet prachtig mooi zijn? En ja, ik kan die vraag beantwoorden: het is prachtig mooi. En soms mis ik haar nog steeds vreselijk.
Sanne Burger
sanneburger.com
Photo credit: Martin Lawrence
❤️ ontroerend. Dank je wel Sanne.
Mooi verteld Sanne, graag gelezen.
Ik ga niet direct reageren op uw beleving/verhaal, maar, en hoe ouder ik wordt hoe meer ik terug denk aan mijn leven, nu 71, de opvoeding en het doen en denken van mijn ouders. Telkens weer ontdek ik dingen die ik her/erkennen moet.
Vooral mijn moeder, geen echt gemakkelijke, een eigen wil die ik geërfd heb,, maar toch: Het was de beste en liefste moeder op de ganse wereld. Hoe ouder ik wordt hoe meer ik dat ga ‘zien’.
Mijn vader overleed drie maanden na een weekje wandelen in Tirol, Oostenrijk, 8 jaar na mijn moe op 93 jaar en 7 mnd, ’s morgens na zijn ontbijt met de thee naast zich, koffie was niet zijn favoriet.
Later, alleen in ons/mijn bootje, door va gebouwd, zag ik een jaar na zijn vertrek naar mijn moeder ’s avonds een blauw lichtje. Dat lichtje ‘zag’ ik niet natuurlijk, maar dat zag ik voor mijn geestesoog. Ik kon niet weten dat mijn va er was, maar toch, zoiets ‘voel’ je. Ik heb even tegen hem gesproken 5 minuutjes maar daarna was ‘hij’ gerust en ging weg. Toen kwam een enorme rust in mij. Later, meest te bedde, zag en zie ik dat blauwe lichtje weer en meestal vergezeld door een geel lichtje: Mijn moeder.
Natuurlijk geen antwoorden maar toch…er zijn dingen die ik ‘weet’ zonder te weten hoe ik dat ‘weet’.
Ik geloof nu vrijwel zeker dat er meer is.
Ik heb last gehad van een hartritmestoornis, heb 32 x een cardioversie gehad, vijf hart operaties en jawel, drie x dood, of bijna dan, BDE genoemd. Geen moment angst gehad, alles met een gerust gevoel over mij heen laten komen. Soms ‘zie en voel ik dat mijn moeder hier thuis is; een koude rilling ter aankondiging en , en, tja hoe leg ik het uit zonder woorden verteld ze mij dingen die ik langzaamaan ga begrijpen.
Uw laatste zinnen raakten mij zeer:
‘Wat als wanneer mensen overlijden ze helemaal niet weggaan? Wat als ze gewoon blijven, als
energie, als frequentie, als aanwezigheid in ons? Wat als we gewoon met ze kunnen blijven praten en delen? Zou dat niet prachtig mooi zijn? En ja, ik kan die vraag beantwoorden: het is prachtig mooi. En soms mis ik haar nog steeds vreselijk.’
Ik vertel wellicht wat verward, mijn excuses daarvoor en dank voor uw vertellen.
Maarten54
Beste Maarten, dank voor je prachtig relaas, helemaal niet verward hoor. Dankjewel!
We hoeven het ons alleen maar te her-inneren … alles is energie, alles staat in verbinding met alles. En liefde blijft!
Een fijne, gerustellende wetenschap!
Wát een herkenbaar , mooi stukje Sanne ! Ik heb hetzelfde met mijn overleden man , hij overleed 4 jr geleden , was pas net 57 jr en we hadden nog zo graag 34 jr doorgegaan na de eerste 34 jaar samen maar nu zijn we op een andere manier ook zo verbonden , zo dierbaar op een ándere manier …. Ik ga nu verbouwen in ons huis en onze oudste dochter zei tegen me ( die ook korte lijntjes heeft met haar vader ) ‘papa vindt er wel wat van hoor’ . Ja zei ik tegen haar , hij vindt er wat van omdat ik het alleen te doen heb , hij had zo graag geholpen , samen sparren over alle keuzes die gemaakt moeten worden …..maar daarom stuurt hij ook allemaal goede , ‘mooie’ mannen op mijn pad die me hierbij helpen en zo voelt het echt ! Die goede mannen komen ‘toevallig’ op m’n pad !!
Mooi💜 en ik hoop ook dat ze blijven. Moeders zouden we niet mogen verliezen.
Oei Sanne, wat raak je mijn hart. Dit is echt voor mij geschreven. Puur, transparant , af en toe pijnlijk, maar toch met een vleugje luchtige humor, waar jij zo goed in bent. Dankjewel.