Energiewerk: jezelf beschermen of juist niet?

Sanne Burger

5 november 2018

Illustratie: Susan Seddon Boulet

Als kind moest ik vaak op zondag mee naar tante Mies. Tante Mies was de zus en absolute tegenpool van mijn oma. Mijn oma was getrouwd en had 8 kinderen. Tante Mies was ongetrouwd en kinderloos – een oude vrijster met een hoog heksengehalte. Niet ‘heks’ in de zin van ‘wijze vrouw’, maar ‘heks’ in de zin van mager, knokig en een beetje angstaanjagend. Ze had ook echt een wrat met haren op haar kin. Tante Mies was ongelukkig. Ik rook het. Ze rook zurig, naar aangebrande aardappels. Ik moest haar altijd een zoen geven als we aankwamen. De keren dat ik weigerde – ‘maar ze stinkt!’ – kreeg ik een draai om mijn oren.

Ik ken jouw diepste geheimen
Het duurde jaren voor ik besefte dat niet iedereen de gevoelens van een ander waarneemt. Bij mij was er geen verschil tussen mijn eigen gevoelens en die van een ander. Het maakte dat ik me vaak overweldigd voelde door de heftigheid van emoties om me heen. Soms voelde ik dingen in andere mensen die ze zelf niet eens voelden, zo hadden ze zich gewapend tegen hun eigen pijn. Ik leerde the hard way dat ik mijn mond moest houden over wat ik waarnam. De meeste mensen reageerden alsof ik ze betrapt had, alsof ik zonder hun toestemming hun diepste geheimen blootlegde – wat ergens ook zo was, natuurlijk. Ik was ook verre van diplomatiek in die tijd. Als het bezoek aan tafel zei: ‘Wij zijn heel gelukkig samen’ riep ik: ‘Dat is niet waar! Jullie hebben een hekel aan elkaar!’

Hoe wapen je je tegen de emoties van anderen?
Hoe ouder ik werd, des te wanhopiger zocht ik naar manieren om me te wapenen tegen dat wat ik van andere mensen oppikte. Na een heftige pubertijd waarin al mijn pogingen minder te voelen mislukten (drank, drugs, seks, films, feesten en slaapdeprivatie bleken uiteindelijk alleen maar uitstel van executie) ontdekte ik de spirituele wereld, waaronder Barry Long. Ik herkende onmiddellijk de waarheid van zijn teachings.

De zin van het leven volgens Barry Long
In mijn woorden: De schepper heeft bij de evolutie één klein dingetje over het hoofd gezien, namelijk het feit dat het verleden massa heeft. Die massa hangt als een soort van energetische afvalring in de atmosfeer en manifesteert zich als emotionele pijn in ieder individu dat hier op aarde rondloopt. Het is de bedoeling dat wij mensen bijdragen aan het energetisch opschonen van die emotionele afvalberg, omdat het de aarde verstikt. Dat doen we door die emotionele pijn volledig in ons systeem toe te laten als deze zich voordoet (je hoeft er zeker niet naar op zoek) en er niet tegen te vechten. Door haar te VOELEN verteren we de massa en lossen we letterlijk het verleden op. Een soort puimruimen dus, net zoiets als het plastic in de oceanen. Dit is de zin van het leven, aldus Barry Long.

Jouw shit is mijn shit
‘En als je klaar bent met je eigen shit kun je beginnen met die van de ander’, zei hij. ‘Het houdt nooit op.’
Door zijn uitleg sloot ik destijds in één klap ik vrede met het feit dat ik zoveel pijn van anderen oppikte. Het was voor een goed doel! Ik voelde me als een psylliumzaadje, de aarde een grote zak vol darmen, die uit alle hoekjes en gaatjes de toxiciteit opzoog. Maar toch klopte er iets niet. Ik werd een soort magneet voor mensen die om de een of andere reden geen zin hadden om zelf met hun shit te dealen. Daarnaast werd ik doodmoe. Toen een goede vriend me op een dag naar een helderziende sleepte zei deze: ‘Ik snap niet dat je nog kunt werken. Je draagt de vermoeidheid van minstens 300 mensen met je mee. Waarom loop je rond met een open uitnodiging dat mensen hun shit bij jou kunnen dumpen?’
‘Om de wereld te redden’, zei ik.
‘Het was een retorische vraag’, zei ze en schudde haar hoofd.

Blijf uit mijn space!
Ik besefte dat ik me helemaal niet bezig had gehouden met wat er met al die emoties gebeurde nadat ik ze had opgepikt. Een psylliumzaadje en een spons hebben een verzadigingspunt. Er zit een grens aan wat ze op kunnen nemen. Zat er ook een grens aan mij? Zo keerde ik terug naar de vraag: hoe kan ik mezelf beschermen tegen de emotionele lading van anderen? Ik had het even helemaal gehad met Barry Long. Ik wilde leren hoe ik grenzen kon stellen, hoe ik mijn persoonlijke ruimte kon bewaken, hoe ik ‘nee’ kon zeggen! Qigong en Taotraining waren mijn grote leraren in deze. Langzaam maar zeker ontwikkelde ik een gevoel van ruimte, van persoonlijke space, waar ik vrij kon ademen en waar ik zélf bepaalde of ik iets of iemand binnenliet of niet. Ik ging de deur niet meer uit zonder mijn Gouden Ei. Ik kreeg een afkeer van huggen en weigerde op den duur zelfs mensen een hand te geven. Dat deden taoïsten ook niet! Hoog Catharijne was mijn oefenterrein – als ik daar doorheen kon lopen zonder er doodmoe uit te komen had ik het goed gedaan.

No man is an island
Het werkte. Bedelaars kwamen niet meer naar me toe, mensen lieten me met rust. Wat een weelde! Alleen sloeg ik een beetje door naar de andere kant. Ik ging mensen wantrouwen die dichtbij wilden komen en werd eigenlijk steeds onvriendelijker. Ik overwoog om in een grot te gaan wonen, of in een klooster, of op een onbewoond eiland. Tot ik op een zonnige herfstmiddag een seminar bijwoonde van Ursula Eireiner. Ursula was een dame op leeftijd die haar hele leven had gewijd aan het ontwikkelen van energetisch bewustzijn. Ze gaf bij onze Taotraining opleiding een deel van het curriculum. Ik zie haar nog zitten, fier rechtop. Ze zag er prachtig uit. Ze had een paars pak aan dat matchte met haar felblauwe oogschaduw, maar het was vooral haar openheid, haar hartelijkheid die me aantrok. Ik werd er helemaal dromerig van en vergat mijn Gouden Ei, tot Ursula zich plotseling tot me wendde, me recht in de ogen keek en vroeg: ‘Wat doe je?’

Energetische smetvrees
Ik schrok. Ik besefte dat ik me in haar energieveld genesteld had als een kind in een tuin, als een poes op schoot. ‘Sorry’, stamelde ik, me schamend voor mijn grensoverschrijdende gedrag, maar Ursula begon te lachen en zei: ‘Welkom, schat. Er is volop ruimte hier.’ Ik denk dat op dat moment datgeen wat ik tot dan toe als paradox had gezien tot één geheel samensmolt. Ursula voelde exact aan wat er gebeurde, maar ze sloot zich niet af. Integendeel, ze opende zich voor mijn energie en ging vol liefde een verbinding aan. ‘Lieverd, die energetische smetvrees van je is nergens voor nodig’, zei ze. ‘Wat je moet weten is hoe je kunt omgaan met de energie die je van anderen oppikt. Maak van je systeem geen vuilnisbak, maar ook geen eiland. Besef dat je hart oneindig groot is en je het vermogen hebt om alles wat bij je binnenkomt te transformeren, zolang je er geen oordeel over hebt en zolang je er niet bang voor bent. Het idee van afgescheidenheid ligt aan de basis van de illusie.’

Alles is verbonden
Dit was de missing link voor mij. Alles is energie, alles is verbonden en alles is voortdurend in beweging. Openheid en geslotenheid, verbinden en terugtrekken, pijn en liefde, het maakt allemaal deel uit van de dans. Het mag er allemaal zijn. Zolang ik tante Mies maar geen kus hoef te geven.

Sanne Burger, november 2018
Artikel in de Koorddanser: www.kd.nl

0 reacties

Geef een reactie

You might like this too …

Zijn wij een slavenras?

Zijn wij een slavenras?

Wat de natuur kenmerkt, is dat alle levende wezens volledig toegewijd zijn aan wat ze zijn. Een komkommerzaadje is er...

De wereld is een zandbak

De wereld is een zandbak

Kijk, het spreekt voor zich dat we fouten maken, maar dat betekent nog niet dat we schuldig zijn. Als we in onschuld...