Ze valt

Sanne Burger

26 december 2021

Ze valt.
Ze weet niet zeker of ze droomt of dat dit echt is.
Ze voelt hoe de angst door haar lichaam raast.
Het voelt levensecht.
Het is haar grootste angst om dood te vallen.
Ze heeft haar ogen stevig dichtgeknepen.
Ze is te bang om te schreeuwen.
Ze weet dat de rotsen nu heel erg snel naderen.
Ze kan elk moment te pletter slaan.
Ze valt flauw.

Als ze wakker wordt, weet ze meteen dat haar lichaam kapot is.
Ze is dood, maar ze voelt heel levend.
Er is geen pijn, maar ze is overmand door emotie.
Het was te vroeg.
Ze was nog niet klaar om te sterven.
Haar kinderen.
Ze was dol op het leven.
Ze had willen blijven.
Ze snikt.
Het is niet eerlijk.

Er is nog iemand in de kamer.
Ze kan hem voelen.
Hij wordt ongeduldig.
Hij wacht tot ze weer gekalmeerd is.
Fuck off, denkt ze.
Ik ben dood.
Maar hij is sterker dan haar.
Hij dwingt haar op de een of andere manier om te kalmeren.
Of misschien helpt hij haar.
Ze wordt vanzelf rustig.

Waar ben ik? denkt ze.
Ze doet haar ogen open en kijkt rond.
Een lege ruimte.
Niets te zien, behalve wit licht.
Waar is die man? denkt ze.
Nu kan ze hem zien.
Hij is lang en knap, maar ze heeft meteen een hekel aan hem.
Hij heeft een zware energie.
Hij komt slecht nieuws brengen.
Ze kan het voelen.

‘Gooi het er maar uit’ zegt ze.
‘Je kunt het net zo goed meteen zeggen.’
De man staart haar aan.
‘Je hebt gefaald’ zegt hij.
Zijn woorden treffen haar als mokerslagen.
Ze slaat dubbel van de pijn, maar ze probeert het te verbergen.
Ze voelt de drang om zichzelf te verdedigen.
Om hem aan te vallen en zijn ogen uit te krabben.
Oude gewoontes zijn moeilijk af te leren.
Maar hij heeft gelijk.

Het doet pijn.
Ze staat in de vlammen van haar pijn.
Ze staat ze toe haar te verteren.
‘Dus dit is de hel’ denkt ze.
‘Eindelijk gerechtigheid.’
Ze overweegt niet om te vluchten.
Niet meer.
Ze heeft haar hele leven al gevlucht.
En het is nu toch te laat.
Ze is immers al dood.

Langzaam wordt de pijn minder.
Stilte volgt.
‘Dus de hel is toch niet eeuwig’ denkt ze met een glimp van hoop.
De man is er nog steeds.
Helpt hij haar of doet hij haar pijn?
Wat wil hij van haar?
‘Wat kan ik voor je doen?’ vraagt hij.
‘Niets’ zegt ze.
‘Je had gelijk.
Het spijt me.’

‘Waarom heb je het gedaan?’ vraagt hij.
Ze moet antwoord geven.
‘Omdat ik egoïstisch was’ zegt ze.
‘Fout’ zegt hij.
Dat had ze niet verwacht.
Niet?
‘Omdat ik een slecht mens was’ zegt ze.
‘Weer fout’ zegt hij.
Met elk antwoord zinkt ze dieper in zichzelf.
‘Omdat ik bang was?’ vraagt ze.

‘Nee, nee’ zegt hij.
‘Omdat je niet luisterde.
Omdat je vergat.
Omdat je je afgesneden voelde.
Omdat je verloren was.
Omdat je alles probeerde te controleren.
Omdat je niemand vertrouwde.
Omdat je diep gekwetst was.
Omdat je stopte met van jezelf houden.
Omdat je stopte met van mij te houden.’

‘Wie ben jij eigenlijk?’ vraagt ze.
‘Ik ben jou’ zegt hij.
‘Niet waar’ zegt ze. ‘Jij bent een soort van god en ik ben een mens.’
‘Niet waar’ zegt hij.
Ze kijkt omlaag.
In plaats van haar lichaam ziet ze een stralend wit licht.
‘Oja, ik vergat dat ik dood was’ zegt ze schaapachtig.
‘Dus wat ben ik nu?’
‘Jij bent mij’ zegt hij.
‘En ik vergeef je.’

‘Ik wil niet vergeven worden’ zegt ze.
‘Wat ik gedaan heb is onvergeeflijk.
Laat mij maar gewoon voor eeuwig branden in de hel.’
‘Sorry schat, de hel bestaat niet’ zegt hij.
‘Waar je net doorheen ging heb je zelf gecreeerd.’
Ze kijkt geschokt.
Hij kijkt haar aan met een grote glimlach.
Hij maakt haar aan het lachen.
‘Ben je me aan het plagen?’ vraagt ze.
‘Ja’ zegt hij.

‘Omdat je het nog steeds niet begrijpt.
Zelfs niet nu je dood bent.
Schat, er is geen hel, behalve de hel die je voor jezelf creëert.
Er is geen zonde, alleen de zonde die je zelf bedenkt.’
‘Maar wat ik gedaan heb was fout’ houdt ze vol.
‘Ik moet gestraft worden.’
‘Nee!’ zegt hij en plotseling klinkt zijn stem als de donder.
‘Nee, je moet niet gestraft worden.
Je moet vergeven worden.’
‘Ik kan mezelf niet vergeven’ zegt ze.

Ineens verandert er iets.
Ze kan de man die zegt dat hij haar is niet meer zien.
Het is alsof hij in de leegte is verdwenen.
Het licht wordt minder.
De ruimte wordt kouder.
Ze wordt weer bang.
Ze vond het net leuk worden met hem en nu is hij weg.
Ze is helemaal alleen.
Oh nee, toch niet.
Voor haar ogen ontvouwt zich een bekende situatie.

Ze ziet zichzelf als klein meisje in bed liggen.
Tranen rollen over haar gezicht.
Ze heeft straf omdat ze stout was.
Ze sprak te luid aan de eettafel.
‘Wanneer zul je het ooit leren’ zei haar moeder.
‘Waarom doe je mij dit aan?’
Ze voelt zich schuldig.
Haar moeder is ongelukkig en dat is haar schuld.
Ze was stout.
Ze moet gestraft worden.

Een andere scène ontvouwt zich.
Ze ziet zichzelf als volwassen vrouw.
Ze rijdt in haar auto.
Ze is weer eens vertrokken.
Het was gewoon te moeilijk.
Ze trok het niet meer.
Ze heeft haar kinderen achtergelaten.
‘Ze hebben het goed’ probeert ze zichzelf gerust te stellen.
Maar zij heeft het niet goed.
Ze is gebroken.

Haar kinderen zijn ongelukkig en dat is haar schuld.
Haar man is ongelukkig en dat is haar schuld.
Haar moeder is ongelukkig en dat is haar schuld.
De wereld brandt en dat is haar schuld.
Lijden is overal en ze kan er niets aan doen.
Ze is machteloos.
Ze heeft verloren.
Ze heeft gefaald.
Ze heeft gefaald.
Ze heeft gefaald.

Ze valt.
Ze weet niet of ze droomt of dat het echt is.
Ze voelt hoe de angst door haar lichaam raast.
Het voelt levensecht.
‘Wacht!’ denkt ze plotseling.
‘Ik heb een déjà vu.
Ik ben hier eerder geweest.
Fuck, hoe vaak ben ik hier eerder geweest?’
‘Schat, je wil het niet weten’ zegt een vertrouwde stem.
‘Oh, je bent terug’ zucht ze opgelucht.

‘En jij bent ook terug’ zegt hij.
‘Dit is de eerste keer dat je de cirkel doorbroken hebt.
Jouw schuldgevoel eiste straf.
Steeds opnieuw stortte je jezelf in de afgrond.
Brak je je lichaam op de rotsen.
Bevredigde je je spijt.
Betaalde je ervoor.
Strafte je jezelf.
Maar dit keer was het anders.
Misschien drong het woord ‘vergeving’ eindelijk tot je door?’

‘Ik weet het niet’ zegt ze.
‘Ik besefte ineens dat ik vastzat in een herhaling.
Het was zo vreemd!
Alsof ik wakker werd uit een nachtmerrie.’
‘Dat klopt’ zegt de man.
‘Je werd wakker uit de hel die je voor jezelf gecreëerd had.’
‘Oh god’ zegt ze.
‘Dus je had toch gelijk.
De hel bestaat niet.
Alleen in de gedachten van mensen.’

‘Heb ik dat echt gezegd?’ vraagt hij schaapachtig.
‘Oh, natuurlijk. Ik ben jou, weet je nog? En jij bent mij.’
Weer straalt hij goedlachsheid uit.
Ze mag hem veel meer nu.
Of misschien mag ze zichzelf meer.
‘Maar hoe heb ik gefaald?’ wil ze weten.
‘Je zei dat ik gefaald had, weet je nog?’
‘Natuurlijk’ zegt hij.
‘Weet je dat niet, ondertussen?
Ik heb het je al verteld.’

‘Oja’ zegt ze, ‘ik weet het weer.
Ik vergat om mezelf te vergeven.
Ik vergat om van mezelf te houden.
Ik vergat om te verbinden.
Ik vergat om te luisteren.
Ik vergat om te vertrouwen.
Maar nu doe ik dat wel.
Dank je, dank je.
Jammer dat ik dood ben.
Het leven zou nu zo veel leuker zijn.’

Langzaam komt ze weer boven.
Heel langzaam wordt ze wakker.
Ze voelt zich vredig en kalm.
Ze weet niet zeker waar ze is.
Ze weet niet zeker wat ze is.
Ze weet niet zeker wanneer ze is.
Haar handen raken haar lichaam aan.
Oja, ze is een mens.
Ze hoort de waterval.
Oja, ze is thuis.

Ze doet haar ogen open en kijkt om zich heen.
Alles ziet er hetzelfde uit, maar toch anders.
‘Wat is er gebeurd’ vraagt ze zich af.
Ze voelt lichter, alsof een last van haar schouders is getild.
Haar dochter belt.
‘Ik had zo’n vreemde droom’ vertelt ze.
‘Het was geweldig. Ik wou dat ik het nog wist.’
Haar dochter lacht.
Ze lachen allebei.
Het leven is goed.

Sanne Burger
sanneburger.com

5 Reacties

  1. Birgitte

    Mooi! Sprookjes vertalen de boodschap duidelijker.

    Antwoord
  2. Lydia Appelmans

    Net wat ik nodig had, ik schijn ook mezelf niet te kunnen vergeven…

    Antwoord
  3. Ellen

    Wonderful Sanne! Thank you for sharing your insights so that we can breathe…..

    Antwoord
  4. Lyke

    Prachtig!! Dank je wel Sanne <3

    Antwoord
  5. Ramona Roelans

    Heel mooi en ook herkenbaar. Als we het veroordelen van onszelf los kunnen laten zien we de wereld in onszelf en buiten ons veel Lichter. Dank je, heel mooi.

    Antwoord

Geef een reactie

You might like this too …

Voor geen goud

Voor geen goud

Er was eens een man die besloot om op avontuur te gaan. Hij werd goudzoeker. Hij trok naar het Noorden om zijn geluk...

Nieuwe artikelen direct in je inbox?

Schrijf je in op mijn mailinglist.

Je krijgt een mailtje waarin je je inschrijving moet bevestigen - gemakkelijk!

 

Gelukt! Je hoeft nu alleen nog maar per mail je inschrijving te bevestigen en dan ontvang je elk nieuw artikel direct in je inbox.